De naam Pieter Jillen de Jager komt voor in een lijst van contribuanten voor de aanschaf van een nieuwe brandspuit voor Lekkerkerk. Zijn beroep wordt genoemd als "hospes"(waard). Het is echter niet duidelijk van welke herberg dit kan zijn. Zijn beroep bracht met zich mee dat hij zaken deed in Dordrecht. Hij had daar de status van "landpoorter". Dit hield in dat hij een zekere rechtsbescherming genoot en (tegen betaling van een jaarlijkse contributie) vrijstelling had van bepaalde tolheffingen of belasting.