Halen, te Belgisch Limburg, staat in het begin van de 17-de eeuw onder Spaans bestuur. In 1635 werden echter de Spanjaarden verdreven door het leger van Prins van Oranje en viel Halen tijdelijk in de handen van de Fransen en de Hollanders. Dit was tijdens de 80-jarige oorlog (1568-1648). “ Na hunnen mislukten aanval op Leuven, waren de legers der bondgenoten verplicht naar Holland af te zakken, vanwaar de Franschen langs zee huiswaarts keerden. Dit belette echter niet dat de Hollanders voortgingen onze gewesten te verontrusten en verscheidene steden, waaronder Maastricht, te bemeesteren. In de nacht van 10 juli 1637 viel het garnizoen dezer sterke bij verrassing in Halen, plunderde en roofde en wat goed was om nemen en staken verscheidene huizen in brand. Dirk van Roucourt, dat jaar ontvanger van de belastingen, die men sedert enige tijd op het Halen’s broek gesteld had, om de verbeteringen aan de dijken van den Demer te bekostigen, werd door de schelmen doodgeschoten, zijn kas ledig gestolen en zijn huis in assche gelegd. Getrouw aan het oude spreekwoord: ’t is te laat den put gevuld als het kalf verdronken is, kwamen nu de kortzichtige Spanjaarden weer af om de stad te bewaren” Citaat uit: Kort overzicht van de geschiedenis der stad Halen. P.J. Maas, 1877 Halen (pagina 37-38). Geschonken door de heer J.C.A. Recourt uit Eindhoven.